Door heel Italië sluiten pizzeria’s voor onbepaalde tijd hun deuren. Pizzabakkers staren wezenloos voor zich uit en stellen allemaal dezelfde vraag: ‘waarom is de aspergeoogst vertraagd?’
Dat Italianen een emotioneel volkje vormen weten we al. Vreemden vallen elkaar van vreugde in de armen als ze toevallig dezelfde kleur schoenen dragen. Ze fluisteren elkaar dan in de oren hoe mooi ze zijn en complimenteren elkaars smaak.
In Nederland kennen we allemaal Graziano Pelle. De spits van Feyenoord. De adonis van Rotterdam. Het zou mij niets verbazen als hij iedere morgen een team van haarspecialisten laat overvliegen vanuit Napels om hem de Pelle-look aan te meten. Met de borst vooruit gaat hij iedere morgen voor de training met de tien mooiste vrouwelijke supporters op de foto. Daarna schiet hij de bal acht keer achteloos in de kruising, geeft hij Ronald Koeman een vernietigende knipoog en laat zich trots baden in speciaal geselecteerde champagne.
Zo trots als ze zijn, zo hopeloos verloren kunnen Italianen zich voelen. Als er iets niet lukt heffen ze hun handen tot een hogere macht (meestal Maria, dat vinden ze een bloed lekker wijf). Ze hebben ook de neiging om de troost van hun moeder op te zoeken. Volwassen mannen leggen massaal hun hoofd in het schoot van moeders, terwijl ze een boeren-taleggio op scheuren controleert. ’s Avonds worden ze in slaap gesust met nummers van Alan Sorrenti. Voor even alles vergeten.
Zo ook bij de vertraagde aspergeoogst. Bij het horen van het woord vertraging lieten ze massaal het deeg uit hun handen vallen en stortten ze theatraal ter aarde. Die nacht hadden alle moeders het druk. Ze kookten, kusten hun zonen op het voorhoofd. Ze susten en zongen en de volgende dag bleek het allemaal mee te vallen. Trotse mannen met snorren maken weer met veel elan Vegetariana’s alsof er niets gebeurd is. Dankzij di mama.
Geschreven voor Da Portare Via