Iets dat ik al lang wist is afgelopen week voor iedereen duidelijk geworden: Pablo Picasso vond zijn eigen kunst niets speciaals. Als het hem uitkwam dan gebruikte hij een schilderij om een brood en een fles wijn af te rekenen. En daar zat je dan, met een in blokken geschilderde vis.
Zoiets moet een Italiaanse lijstenmaker ook ooit zijn overkomen. De zaken gaan wat minder en je krijgt een wat oudere klant. Klein pensioentje en eigenlijk geen geld over voor dingen als het laten repareren van een schilderij. Hij kijkt je bijna smekend aan en voor je ook maar iets kunt zeggen, duwt hij een rol in je handen. Zonder al te veel verwachtingen rol je hem uit en kijk je tegen een bruingrijzig kunstwerk aan waar je niks in ziet. Je medelijden krijgt de overhand en misschien kun je het slijten als verjaardagscadeau. Uiteindelijk verdwijnt het in een la en je vergeet het.
Zesendertig jaar. 36. Zo lang heeft het geduurd voordat het weer uit die la werd gehaald. Niet gek, als je beseft dat het iets is dat je niet snel boven je nieuwe bank hangt. En zeker niet in Italië. Daar willen ze drama en spattende kleuren. Een halfnaakte en bloedende vrouw die huilend een laatste pizza in een oven schuift met om haar heen Romeinse soldaten die haar naar een in de verte brandende houtstapel slepen. En een hond, er zit altijd een hond in. Meestal wordt die geschopt. Hebben ze afgekeken van de Spanjaarden.
Toch wilde de oude Italiaanse lijstenmaker er iets mee. Moest ook van zijn vrouw. Ieder jaar, 36 jaar lang, kreeg hij het zelfde gezeik te horen tijdens de grote lenteschoonmaak. Of hij nu eindelijk eens die sombere kindertekening bij het grofvuil zou zetten, want ze moest het laatje gebruiken voor wasknijpers. Of pastalepels, daar was ze nog niet over uit.
Na te zijn gezwicht leek het hem wel grappig om het naar het vermaarde Britse Sotheby’s te sturen ter taxatie. Maar daar hebben de Italianen speciale politie voor. Kunst fuck je niet mee en zeker niet in Italië. Toen zij er lucht van kregen sprongen ze er boven op, en wat denk je? Het meest treurige schilderij dat ooit in een la heeft gelegen, is er eentje van Picasso. ‘Viool en fles van bas’. Daar sta je dan met je noodlijdende lijstenmakerij. Al 36 jaar een vel papier ter waarde van 15 miljoen euro in een toekomstige wasknijper la. Of pastalepel la. Maar dat maakt nu zelfs zijn vrouw niet meer uit.