Erik Pieters, de linksback van PSV die wel eens een gek dansje doet na een doelpunt, heeft zijn arm opengehaald aan een kapotgeslagen ruit. Dat deed Erik zelf want hij was boos. Na een terechte rode kaart kreeg hij een waas voor zijn ogen en sloeg een ruit aan diggelen in de catacombe van het Philips stadion. Pieters laat nu de rest van Nederland zien dat je de controle mag verliezen als iets je niet zint.
Afgelopen zaterdag stond ik in de rij bij de slager. Voor mij bestelt een doorsnee man van middelbare leeftijd een ons gebakken kalfsfricandeau. De slager antwoordt dat hij geen kalsfricandeau meer heeft. Nog voor hij hem op de weekspecial Moderne Mortadella-worst kan wijzen flikkert de man een compleet varken door de vitrine. Met opgezwollen nekaders stuift hij weg.
Erik Pieters. Het schijnt dat hij wel vaker zijn labiele kant laat zien. Zo vertelde een bevriende ober mij een keer dat Erik anderhalf uur onbedaarlijk heeft staan janken boven een bord pasta omdat de parmazaanse kaas niet uit de juiste Italiaanse streek kwam. Hij heeft daarna de dienstdoende chef gedwongen heen en weer te rijden naar een onbeduidend plattelandsdorpje in Napels voor de goede kaas.
Op twitter bood hij maandag drie keer in drie minuten zijn excuses aan voor zijn oliedomme actie in de wedstrijd tegen PEC Zwolle. Wederom overdreven. Maar het leed is al geschied. Vele ruiten van plaatselijke kleedkamers zullen nog sneuvelen. Erik Pieters zal nietsvermoedend een raar dansje doen.