Duurzaamheid is voor mij niet in ambtelijke taal ouwehoeren over een circulaire economie.
Duurzaamheid is het plastic van je pakketje folders afhalen voordat je ze ongelezen weggooit. Duurzaamheid is googlen welke paddenstoelen in je tuin niet giftig zijn.
Duurzaamheid is een lief, klein opgezet vosje een tweede leven geven als decoratie in een vergaderzaaltje in de bossen van Apeldoorn.
Duurzaamheid is volgens architect en vreedzaam terrorist Thomas Rau wat ons ‘zijn’ mogelijk maakt.
Chemisch technoloog Gijsbert Korevaar vertelde hele goede dingen over duurzaamheid, hoorde ik. Ikzelf was te gefascineerd door zijn Piet Paul-eske manier van gebarend vertellen.
Als hij het over een downcycle had dan hoorde ik hem zeggen dat er vanuit het westen een hogedrukgebied over Drenthe zou trekken.
Ik denk dat nogmaals aan het vosje.
Was hij levend niet meer dan een plaag voor boeren, nu kan je hun staart als plumeau gebruiken. Duurzaam.
Jan Jonker.
Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen, weet de auto als een belabberde investering weg te zetten. Eigenlijk een beetje als die te gekke, hippe, felrode vaas die je voor je oudoom voor zijn verjaardag kocht omdat je hem totaal niet kent. Verspilling.
Door Jan Jonker sta ik vanavond met een schuldgevoel mijn tanden te poetsen. Weer een compleet koraalrif naar de knoppen omdat ik zonodig geen gaatjes wil.
Ik kijk nog een laatste keer naar het vosje. Zij lijken onaangedaan door de verhalen vandaag.
Ze zijn.
Ik wil na mijn dood ook opgezet worden.
Ik wil ook gewoon zijn.
(Geschreven tijdens en in opdracht van de Benelux conferentie 2013 in Apeldoorn)