Nachtburgemeester Otje

Het schijnt dat ze in Brummen ooit kort een nachtburgemeester kenden. Otje Boerema, een blonde krullenbol van een jaar of twintig. Eigenlijk was hij veel te jong, maar in Brummen wist niemand wat een nachtburgemeester eigenlijk was. De meeste inwoners van het Gelderse gehucht hebben het daar niet op; een titel. Randstedelijke arrogantie, dat nachtburgemeestertje spelen. Met een gouden ketting om je nek overal een mening over hebben en bij de slager altijd een onsje meer krijgen. Houden ze niet van in Brummen.

Otje was onbevangen. Hij was nog niet verzuurd en legde zich niet neer bij een leven dat al vooraf vastligt. Een leven waarin niet een maar twee, ja, twee klontjes suiker in de koffie als living on the edge wordt gezien. Liever je dood vervelen op de werkvloer van Bloembollenparadijs Marcel & Zoons dan thuis je vrouw horen lullen over wat Miep hoorde van Toos over Corry dat o zo erg was. Want dat is de realiteit in Brummen. Een zo vlekkeloos mogelijk gang naar wat uiteindelijk een enkeltje Hemel moet zijn. Pieken en dalen uitgesloten.

Maar niets van dat voor Otje. Op z’n vijftiende had hij al een brommer en rookte hij stiekem sigaretjes. Hij had een vriendinnetje. Nou ja, zelfs twee of drie. Vond hij normaal. Zij niet, maar ze vergaven het hem allemaal. Want dat had Otje, charisma. Hij gaf je het gevoel dat je de enige was ook al was je dat duidelijk niet. Je zat anderhalf uur voor hem voor de spiegel en deed je mooiste jurk voor hem aan ook al wist je dat hij ergens anders een zuigzoen kreeg en ook geen moeite deed die te verstoppen. Hij stond er gewoonweg niet bij stil.

Hij ging ook veel uit. Het Lege Fust was zijn stamkroeg. Daar waren alle mensen altijd weer blij als hij binnenkwam. Soms deed hij stiekem het licht uit en als het dan weer aan was, stond er een geit midden in de bar. Had hij blauw gespoten. Dat was Otje. Dan kreeg hij de hele avond gratis bier en werd hij door iedereen op zijn schouder geramd. Het ging ook wel eens fout, maar hij hoefde je maar met die hondstrouwe ogen aan te kijken en de boosheid was weg. Zo is hij nooit aangeklaagd voor die keer dat hij met z’n brommer totaal bezopen dwars door een snackbarruit heen reed om vervolgens op z’n gemak een broodje warm vlees met satésaus te maken.

Het ging pas fout toen de populaire Otje door een gemeenteraadslid tot Nachtburgemeester werd benoemd. Dat leek die man wel geinig. Een titel geven aan iemand die zeven dagen per week met veel elan op dezelfde plek, dezelfde verhalen vertelt tegen dezelfde mensen. Otje nam de titel aan, want zo was hij. Altijd vrolijk nooit mensen willen teleurstellen. Maar diep van binnen wist hij dat het voorbij was. In Brummen zouden ze zijn geintjes steeds vaker irritant gaan vinden. Een maand later bleef zijn kruk in Het Lege Fust leeg. Er lag een uitgeknipte advertentie op: Grote stad zoekt nachtburgemeester. Humor en zelfverzekerdheid een pre.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s